Van de ontmoeting met Mara had ik vooraf weinig beelden. In de week dat we elkaar ‘kenden’, hadden we korte e-mails uitgewisseld en een keer gebeld. Het telefoongesprek verliep stroef. Er vielen gespannen stiltes tijdens het zoeken naar woorden. Het voelde wat star.
We spraken af. Op 6 juni. In een beeldentuin. Het was zo’n typische juni-dag, met die aangename zomerse zachtheid. Tussen de sculpturen hipten alleen wat merels en mussen.
Ze was op het eerste oog mooier en leuker dan de foto’s vertelden. Haar platinablonde krullen dansten om haar schouders terwijl ze bewoog. We toonden onze museumkaarten, hingen onze jassen weg en liepen langzaam richting het eerste beeld.
Spontaan begon Mara te vertellen wat ze in het marmer zag, welk idee de kunstenaar erbij had gehad, van welk materiaal het was gemaakt. Haar steenblauwe ogen fonkelden terwijl ze sprak, elk woord doordrenkt met passie voor de kunst. ‘Wist je dat elk stuk marmer van binnen een kunstwerk bevat? Een goede kunstenaar weet dat eruit te halen.’
Ze bewoog zich tussen de beelden door als iemand die thuiskomt. ‘Kijk hier,’ wees ze, ‘zie je hoe het licht precies op deze curve valt? Dat is geen toeval. De kunstenaar heeft gespeeld met de natuurlijke eigenschappen van het materiaal.’
We liepen van beeld naar kunstwerk en overal wist ze met enthousiasme veel over te zeggen. Waar mijn kennis over beeldende kunst oppervlakkig was, ging zij moeiteloos de diepte in. Ze vertelde over verschillende technieken, over het verschil tussen hakken en houwen, over de spanning tussen ruwe en gepolijste oppervlakken. Ik begon me steeds prettiger te voelen bij deze spraakwaterval van kunstkennis.
Na anderhalf uur beeldende uitleg was het tijd voor koffie. In het kleine tuincafé hing de geur van versgemalen bonen. Door de hoge ramen viel het middaglicht op de marmeren tafelbladen. Met onze handen om de warme mok keken we elkaar aan. Ze keek me aan met een blik die sprak van een prettig samenzijn. Verwachtingsvol wachtte ik op wat komen zou. Misschien meer over beelden, kunst of haar passies?
Het bleef stil.
Die stilte vroeg om woorden, dus ik nam het voortouw. Ik begon over mijn stembusgang van die dag. Over beeldvorming in de politiek en hoe politici kunstenaars van het woord zijn. Ik vertelde over mijn eerste ervaringen in musea en het enthousiasme dat ik krijg van onverwachte beelden uit mijn camera. Over hoe fotografie me heeft geleerd anders naar de wereld te kijken, hoe een enkel beeld soms onbeschrijfelijk veel kan zeggen.
Mara luisterde. Was met volle aandacht bij me. Zat statig tegenover me, zei niets, stelde geen enkele vraag. Na mijn gloedvolle relaas, in bijna dezelfde flow als haar exposé over de beelden die we bewonderden, wachtte ik op haar reactie. Ze staarde me onbeweeglijk aan. De spanning werd voelbaar, totdat ze haar lippen opende en haar zin als een puntbeitel bij me binnendrong: ‘Wil jij de kunstenaar van mijn marmer zijn?’
Het was de meest onbewerkte en uitgehouwen liefdesverklaring die ik ooit had gehoord.